som en rente onder verband van eerste hypotheek verstrekt aan degenen, aan wie krachtens ar tikel 2 van genoemd besluit een toeslag is toegekend. Eveneens zal het u bekend zijn, dat een dergelijke toeslag alleen wordt toegekend ten behoeve van wo ningen, waarvoor een premie is toegekend krachtens 't Premie- en bijdragebesluit woningbouw 1960 (K.B. van 29 maart 1960 Stb. 112). De lange wachttijden, welke gelden voor toekenning dier pre mie alsook het feit, dat in de praktijk geen premies meer toe gekend worden voor z.g. B en C woningen, heeft de animo voor het bouwen in de vrije sector, dus zonder premie, doen toene men. Een zeer belangrijke rem hierbij is echter dat, indien zon der premie wordt gebouwd, daarmee ook het recht op een gemeentelijke garantie op de aan te gane hypothecaire lening wordt verspeeld. Dit samenspel van nadelen, dus: geen premie en geen hypotheekgarantie is voor vele adspirant-bouwers te veel. In bepaalde gevallen is im mers wel de bereidheid aanwe zig om zich voor een eigen wo ning een bepaalde - soms hoge - steeds terugkerende last te ge troosten doch ontbreken de eigen middelen om het verschil tussen de stichtingskosten en de maximaal verkrijgbare hypothe caire lening te overbruggen. Teneinde deze moeilijkheid althans enigszins weg te nemen en daardoor de particuliere bouwactiviteit - ook in de iets duurdere sector - te stimuleren, stellen wij u voor een zodanige maatregel te treffen, waardoor ons college wordt gemachtigd hypothecaire geldleningen te garanderen voor die in de vrije sector te bouwen woningen, waarvoor - ware het niet dat dit 21

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1960 | | pagina 411