lid van Steenbergen te zijn. VOORZ. Ik heb begrip voor Uw verontwaardiging, maar ik zou U toch willen verzoeken U te beperken tot de begroting. Dhr JACOBS. Ik wil het over het beleid in het algemeen heb ben en daar hoort dit ook bij. Ze moeten hun antipathieën niet in de raad uitvieren. Ze moeten de belangen van de gemeenschap dienen. En nu de begroting. Die heb ik al 22 jaar meegemaakt. De bevolking loopt op, maar ook de schulden en die hebben een peil bereikt, dat ik me afvraag, waar moet het naar toe?. Ik heb de begroting zien groeien van twee honderd duizend gulden naar twaalf miljoen gulden. De begroting is altijd sluitend, want het tekort wordt naar de kapi- taaldienst overgeheveld. Maar we verarmen dag in dag uit meer. En ze zeggen wel het rijk zal de gemeenten niet in de steek laten, maar ik vrees van wel en dan zal het enige zijn be lastingheffing en zo hoog, dat ieder er van schrikt. VOORZ. Ik ben er van over tuigd, dat het rijk de gemeente niet in de steek laat. Dhr JACOBS. Als dat waar is kunnen we onze gang gaan zo veel we willen, maar ik geloof er geen steek van. En dan over de werklozencijfers. Die zijn buitengewoon hoog. Ik heb ge zien hoe ze aan het arbeidsbu reau drie uren bezig waren om de werklozen in te schrijven of de inschrijvingen te verlengen. Nou dan zullen het er nog al een paar geweest zijn. Ik zou B en W willen vragen om toch alles te doen wat maar enigszins mo gelijk is om industrie aan te trekken. De grond is duur maar ik zou zeggen al moeten we hem gratis geven, we moeten het doen. VOORZ. Zijn dit Uw algeme- 38

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1960 | | pagina 40