afzagen van verdere deelname in de aankoop van bedoeld pand. Daarna heeft de Jong zich tot de provincie gewend met het aanbod zijn woning met opslag ruimte te slopen en de vóór de rooilijn gelegen grond aan de provincie af te staan voor de som van f 13000,derhalve voor de helft van de oorspron kelijke vraagprijs voor de wo ning alleen. De Hoofdingenieur-Directeur van de Provinciale Waterstaat bericht ons thans bij brief d.d. 7 september 1960 nr 6245 o.a.: „Omdat ik de thans gevraagde koopsom zeer redelijk acht, ben ik hoewel het belang van de provincie bij deze aankoop be trekkelijk gering is, alsnog in beginsel bereid bovenbedoelde aankoop te bevorderen indien vast staat, dat uw gemeente, in tegenstelling met het gesteldd in uw brief van 28 mei 1959 nr. 1804, bereid is in de aankoop- kosten voor de helft te partici peren." De commissie voor Openbare Werken behandelde in de ver gadering van 12 september 1960 deze aangelegenheid en stelde daarin, dat de gevraagde bijdra ge hoog werd geacht, gezien de geringe belangen die de gemeen te heeft bij amovering. Voorge steld werd voor 1/3 deel van f 13.000,in de aankoopkosten deel te nemen. Bij nader overleg met het pro vinciaal bestuur is ons gebleken, dat de provinciale deelname in de transactie alleen doorgaat als de gemeente inderdaad voor 50 procent participeert. Men stelt zich daarbij op het standpunt dat het provinciale aandeel toch al aan de hoge kant is, gezien het feit, dat, als gevolg van de aanleg van de nieuwe rondweg, binnen enkele jaren het provin ciaal belang bij de traverse door 38

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1960 | | pagina 320