salarisverhoging kan worden verleend.Hetvoorschot dient te worden betaald in de vorm van een uitkering ineens en bedraagt over deze drie maanden 9% c.q. 39% van het maand - respectie velijk weeksalaris, al naar ge lang bezoldiging per maand of per week plaats vindt. Hierbij dient een minimum in acht te worden genomen van 37,50 voor het gemeentepersoneel dat op 1 januari 1960 23 jaar ge worden, gehuwd dan wel kost winner is. Zoals U wellicht uit de pers zult hebben vernomen zullen de besprekingen over een defini tieve salarisverhoging zo spoe dig mogelijk en uiterlijk in maart 1960 in het georganiseerd overleg worden voortgezet. Het centraal bureau i.z. ge meenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeels aangelegenheden is van mening dat het aanbeveling verdient overeenkomstig het verzoek van de Minister te handelen. Op grond van Het vorenstaan de stellen wij U voor aan het daarvoor in aanmerking komen de gemeentepersoneel een voor schot op de salarisverhoging toe te kennen overeenkomstig de voorschriften en met het inacht- nemen van de richtlijnen vervat in bovengenoemd ministeriëel rondschrijven. Dhr HOENDERVANGERS. Reeds meerdere malen is door mijn fractie alle moeite gedaan iets te doen voor de laagst be zoldigden. Wij zochten dit in het toekennen van een mancogeld en in het niet toepassen van het verhaalsrecht ing. de Ziektewet, daar dit binnen het zelfbeschik kingsrecht der gemeente moge lijk is. Voor wat betreft het toe kennen van mancogeld zijn wij ten dele geslaagd. Wat het ove rige betreft zijn wij steeds op- 21

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1960 | | pagina 23