woord is geweest dat ik zou ver dedigen wat mijn organisatie met overgrote meerderheid had besloten, dus sluiten. Ik heb de woordvoerder van deze Kruis- landse winkeliers ook gezegd, dat hij niet eens namens een or ganisatie sprak, noch namens de R.K., -noch namens de Konink lijke, noch namens de Christe lijke. Ik moet helaas constateren dat, voor zover bekend, geen Kruislandse zaak bij een dezer standsorganisaties is aangeslo ten, terwijl toch de georgani seerde Middenstanders de kan toren onderhouden en de juris ten en economen betalen die ook voor hen op de bres staan. Zij mogen wel bedenken dat er niet over hun werkelijke belangen beslist wordt in deze raad, maar dat de keiharde onderhandelin gen over het to be or not to be van de Middenstander elders plaats vinden. Ik kom nu toe, mijnh. de Voor zitter aan een van de knelpun ten van de tegenstanders van het voorstel, die zeggen: „Wie open wil blijven moet maar open blijven en wie wil sluiten moet maar sluiten. Maar dit is ook datgene waar onze organi satie zich in principe tegen ver zet. Deze tijd vraagt nu eenmaal ordening, onverschillig of men democratisch of dictatoriaal ge regeerd wordt. Ordening in prij zen - ordening in lonen - orde ning voor landbouw - ordening voor vestiging - zelfs ordening in het bankwezen. Dat is een voudig onontkoombaar. De over heid heeft tot taak het klimaat te scheppen waarin de midden- en kleinbedrijven zich kunnen ontplooien en de belemmeringen weg te nemen, eventueel storin gen te voorkomen, die hun po sitie kunnen schaden. Ook deze raad dient zich daar ten volle bewust van te zijn. Het leefkli- Ï1

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1960 | | pagina 228