aan zal doen het verzoek van de georganiseerde Middenstand van Steenbergen in te willigen. Dhr JACOBS. Verschillende winkeliers met kleine omzet zijn tegen sluiting. Juist deze kleine lieden zijn blij, dat ze op zondag nog wat inkomsten hebben, om hun zaak staande te kunnen houden. Ik denk aan snoepwin kels en andere kleine zaken. De heer Herbers heeft gezegd, dat de omzet niet zal teruglopen. Hier profiteren de grote zaken lui - die hun koopwaren laten thuis bezorgen - van de klein tjes. De kleine man wil men uit stoten en daarom ben ik er te gen. Dhr HERBERS. Voor het standpunt van de heer Jacobs is iets te zeggen. Mijn stelling is, dat iedere middenstander recht heeft op zondagsrust en daarom mogen wij niet pleiten voor een kleine groep. Ondanks het feit, dat ik weet, dat ik vijanden kweek, neem ik toch dit risico om de sluiting er door te krij gen. Het is niet mijn bedoeling discriminerend te spreken over de kleine middenstander, maar we leven in een tijd, dat de za ken wier bestaan afhangt van het op zondag open zijn, feite lijk het predicaat middenstan der niet meer kunnen voeren. Deze kunnen beter naar de groep van werknemers over schakelen. Dhr GILDEN. De woorden van dhr Herbers zijn te sterk. Hoeveel zijn er al niet gedoemd te verdwijnen. VOORZ. Dat een midden stander, die b.v. wegens kapi taalsgebrek niet zelfstandig kan blijven en als werknemer moet overschakelen is zeker geen bla mage. Ik zie liever een degelijke arbeider, dan een kleine zelf standige, die het hoofd niet bo ven water kan houden. Zij ver- 24

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1960 | | pagina 197