I
Het voorstel wordt z.h.s. en zon
der discussie aangenomen.
12 VOORSTEL om Burge
meester en Wethouders te
machtigen voor de periode
van 1 januari tot en met 31
maart 1960 kasgeldleningen
aan te gaan.
VOORZ. Bij Raadsbesluit van
23 september 1959, goedgekeurd
door het college van Gedepu
teerde Staten in deze provincie
bij hun besluit van 7 oktober
1959 G nr 35.839 werd ons col
lege voor de periode 1 oktober
tot en met 31 december 1959 ge
machtigd tot het aangaan van
kasgeldleningen met nader aan
te wijzen geldgevers (geefsters)
en tot het sluiten van een reke
ning-courant-overeenkomst met
de N.V. Bank voor Nederlandse
Gemeenten te 's-Gravenhage
tot een bedrag van 1.687.000,-.
Ook voor de periode 1 januari
tot en met 31 maart 1960 dient
een machtigingsbesluit genomen
te worden.
Het is vrijwel niet mogelijk
langlopende geldleningen aan
te trekken, tenzij via de n.v.
Bank voor Ned. Gemeenten, zo
dat financiering met kasgeldle
ningen en rekening-courantgel-
den moet plaats vinden.
Ten aanzien van het bedrag
der machtiging is de navolgende
becijfering opgemaakt:
stand per 31 december 1959 van
de rekening-courant Bank Ned.
Gemeenten 99.610,45
kasgeldleningen (te
vervangen 800.000,
benodigde middelen ka-
pitaaldienst (opgave G.
S. d.d. januari 1960) 849.798,
1.749.408,45
of afgerond 1.750.000,
Tenslotte menen wij U er nog
aan te moeten herinneren, dat
15
