I
16 VOORSTEL tot machtiging
van Burgemeester en Wet
houders tot het verlenen
van zekerheidsstellingen
ingevolge het Besluit Be
vordering eigen woning-
bezit.
VOORZ. Op 21 april '59 werd
door U besloten in naar ons oor
deel daarvoor in aanmerking
komende gevallen, met toepas
sing van de bepalingen van het
„Besluit bevordering eigen-wo-
ningbezit", zekerheid te stellen
voor de betaling van hoofdsom
en rente van hypothecaire le
ningen.
Bij Koninklijk Besluit van 29
maart 1960 (St.bl. nr 113) en bij
beschikking van de Minister
van Volkshuisvesting en Bouw
nijverheid van 31 maart 1960,
zijn, met ingang van 1 april '60,
enkele wijzigingen aangebracht,
respectievelijk in het besluit be
vordering eigenbezit en in de
Beschikking bevordering eigen-
woningbezit. Genoemde be
schikkingen zijn o.m. gewijzigd
in dier voege, dat de zekerheids
stelling thans betrekking heeft
op de gehele lening tot ten
hoogste 90% van de netto-
stichtingskosten en derhalve
niet mee,r zoals voorheen, op
het gedeelte der lening, waar
mede een bedrag aan 60% der
netto-stichtingskosten, wordt
overschreden.
Voorts behoeft thans met het
stellen der zekerheid niet meer
te worden gewacht, tot de toe
slag op de premie voor de te
bouwen c.q .aan te kopen wo
ning aan de geldnemer is ver
leend, doch kan de zekerheid
eventueel worden gesteld onder
de voorwaarde, dat deze toeslag
zal worden toegekend.
Een derde van belang zijnde
mutatie is nog, dat bij wijziging
van de hoofdsom der lening als
30