hebben ingebracht, adviseert de
Kamer van Koophandel gunstig
op het verzoek te beschikken.
Op grond van het vorenstaan
de stellen wij Uw raad voor een
verordening ex artikel 5, eerste
lid der Winkelsluitingswet 1951
houdende een vacantieregeling
voor de genoemde bakker-win
kels vast te stellen.
Dhr van BROEKHOVEN. De
ze regeling juich ik toe. De be
zwaren van de collega's zijn dat
de bakkers van De Heen niet
mee doen. Dat de bakkers van
Kruisland niet meedoen is niet
zo erg, omdat deze toch niet on
der Steenbergen leveren. Zou
uw college de Heense bakkers
niet kunnen bewegen aan de
sluiting mee te doen?
VOORZ. Tijdens de procedure
hadden de bakkers dit naar vo
ren kunnen brengen. We kun
nen een nieuwe procedure voe
ren en advies inwinnen bij de
Kamer van Koophandel en ons
voorstel tot een volgende verga
dering aanhouden.
Dhr van BROEKHOVEN. Dan
gaat de regeling misschien he
lemaal niet meer door.
VOORZ. Laten we dan deze
regeling aannemen en trachten
een aanvullende regeling voor
De Keen te krijgen, via de Ka
mer van Koophandel.
Dhr van BROEKHOVEN. Er
is nog een moeilijkheid. Eén
bakker gaat tijdens de vakantie
in dienst bij een bakker in Roo
sendaal. Kunnen we dit niet te
genhouden?
VOORZ. Dit zullen we moei
lijk kunnen beletten.
Dhr HERBERS. Het zwaarte
punt is, dat de bakkers van De
Heen en Kruisland er tegen zijn
Mijn standpunt is dat sommige
middenstanders tegen zich zelf
in bescherming moeten worden
genomen. Ik bedoel, dat we de
bakkers van De Heen er maar
17