22 VOORSTEL om Burge
meester en Wethouders te
machtigen voor de periode
van af 1 april tot en met 30
juni 1960 kasgeldleningen
aan te gaan.
VOORZ. Bij raadsbesluit van
28 januari 1960, goedgekeurd
door het College van Gedepu
teerde Staten dezer Provincie
bij hun besluit van 17 februari
1960 G 47.648 werd ons College
gemachtigd, voor de periode 1
januari tot en met 31 maart 1960
tot het aangaan van kasgeldle
ningen met nader aan te wijzen
geldgevers en tot het sluiten van
een rekenig-courant-overeen-
komst met de N.V. Bank voor
Nederlandsche Gemeenten te
's-Gravenhage tot een bedrag
van f 1.750.000,Ook voor de
periode 1 april tot en met 30 ju
ni 1960 dient een machtigings
besluit genomen te worden.
Het is vrijwel nog niet moge
lijk langlopende geldleningen
aan te trekken, tenzij via de
Bank voor Nederlandsche Ge
meenten te 's-Gravenhage, zo
dat financiering met kasgeldle
ningen en rekening-courant-
gelden moet plaats vinden.
Ten aanzien van het bedrag
van de machtiging is de navol
gende becijfering opgemaakt
stand per 4 maart 1960 van de
rekening B.N.G. f 309.611,35
kasgeldleningen (te
vervangen) 800.000,
benodigde middelen kap.
dienst (opgave GS
febr. '60) 1.641.040,—
f 2.831.651,35
per 1 april 1960 wordt nog
ontvangen aan langlopende
leningsopbrengst, bestemd
voor consolidatie van
vlottende schuld 316.000,
of afgerond
f2.515.651,35
f 2.500.000,—
38