Wij menen er in dit verband
nog op te moeten wijzen, dat
door de gemeente slechts wordt
bijgedragen in de kosten van de
hoofdleidingen en dat voor re
kening van de betrokkenen blij
ven de kosten van de huisaan
sluitingen. Deze kosten zijn in
minder gunstige gevallen zeer
beduidend en betekenen in vele
gevallen een zwaar financiëel
offer.
Wanneer hiernaast nog zou
worden overgegaan tot het hef
fen van een baatbelasting zou
den, voor financiëel minder
draagkrachtigen, waarbij in het
bijzonder wordt gedacht aan ve
le eigenaars-bewoners van klei
ne arbeiderswoningen, welke
bij deze aansluiting zijn betrok
ken, de lasten dermate hoog
worden, dat deze een abnormaal
hoog offer zouden betekenen.
Wij menen U dan ook te moe
ten voorstellen over te gaan tot
intrekking van de principe-be
sluiten tot invoering van een
baatbelasting in verband met de
aansluiting van onrendabele
percelen. Wij zijn er ons van be
wust, dat hierdoor een vertra
ging zal worden veroorzaakt in
de goedkeuring van de ingedien
de begrotingswijziging. Gezien
de uitvoering van de voorgeno
men werken eerst in 1961-1962
kan plaats vinden achten wij dit
geen bezwaar.
Wij mogen U er ter informa
tie nog van in kennis stellen dat
ook de N.V. Waterleidingmij
Noord-West-Brabant voorne
mens is terzake met Gedepu
teerde Staten contact op te ne
men.
Tenslotte stellen wij U er van
in kennis, dat de financiële com
missie omtrent dit voorstel werd
gehoord en er zich ten volle mee
kan verenigen.
Dhr JACOBS. Wordt de baat
belasting voor degenen die vroe-
34