meer zorg moeten kiezen dan
aan de borreltafel; en dat zij
niet met beweringen mogen ko
men wanneer deze niet door
vaststaande feiten gestaafd kun
nen worden; en dat deze beschul
digingen bovendien dermate be
langrijk moeten zijn, dat verbe
tering niet meer op een ANDE
RE, DISCRETERE WIJZE be
reikt kan worden; en dat bij dit
soort beschuldigingen nimmer
verwarring mag ontstaan tus
sen de begrippen „capaciteit"
en „karakter", tussen „deskun
digheid" en „persoonlijke sym
pathie"; acht ik hier de grens
van de christelijke liefde niet
alleen, maar ook die van de
christelijke rechtvaardigheid
dermate overschreden, dat ik
het ernstig overweeg de publici
teit hiervan zover het ons mo
gelijk is te beperken, o.a. door
onze officiële notulen NIET
LANGER aan de plaatselijke
pers ter beschikking te stellen!
Ik vraag U in gemoede af: wel-,
ke belangen worden hier door
sommigen van U gediend? Hoog
stens die van een plaatselijke
courant, en die van enige raads-
ledeVi, die een zekere populari
teit nastreven door voor open
hartig, flink en onafhankelijk
door te gaan.
Maar welke belangen worden er
door geschaadt?
1. Die van personen, die even
als U hun krachten in dienst
der gemeente hebben gesteld;
2. Die van de gezonde arbeids
verhoudingen in onze gemeente,
die wel verbeterd, maar niet
door prestige-verlies en gezags
ondermijning totaal gebroken
moeten worden;
3. Die van de goede naam van
onze gemeente, die ijverig
streeft naar een haar toeko
mende plaats in de algemene
welvaartsgedachte van dit ogen
blik, maar die allerminst ge-
6