artikel 73, le en 2e lid bedoelde
vergoedingen, strekkende ter
bestrijding van de materiële
exploitatiekosten der kleuter
scholen.
Men gaat bij de berekening
van de betreffende bedragen
uit van twee normvergoedingen
n.l. één per lokaal en één per.
kleuter. Deze bedragen worden
jaarlijks bij Algemene Maatre
gel van Bestuur bepaald. Aan
gezien dit thans nog niet is ge-
schied, worden voorlopig de
voor 1958 vastgestelde bedra
gen aangehouden, zijnde f 780.-
per lokaal en f 10.50 per kleu
ter.
Voor de bepaling van het
voorschot voor 1959 wordt het
gemiddeld aantal lokalen en
kleuters genomen over het voor
afgaande jaar, in dit geval 1958.
Van het Rijk kan een vrij
wel gelijk bedrag worden ver
wacht, als wij U voorstellen als
voorschot beschikbaar te stel
len.
Mede om de Besturen der kleu
terscholen spoedig in het bezit
te stellen van de benodigde gel
den stellen wij U voor overeen
komstig het hierbijgaand ont-
werp-besluit, de voorschotten
voor het jaar 1959 te bepalen.
Wordt z.h.s. aangenomen.
10 VOORSTEL tot het verle
nen van voorschotten ing.
art. 103 der L.O.-wet 1920
aan de besturen der bijzon
dere scholen voor het jaar
1959
VOORZ. Ingevolge het 6e lid.
van artikel 103 der Lager-on-
derwijswet 1920 verleent de ge
meenteraad elk jaar op verzoek
van de schoolbesturen en onder
voldoende borgstelling, 'n voor
schot op de kosten dier scholen,
met uitzondering van de jaar
wedden en wedden der onder
wijzers.
48