ging te verkrijgen en de eisen
van het Bouwbesluit na te le
ven.
Bij schrijven van 6 augustus
1959 hebben wij ons tot de In-
spectrice van het Kleuteronder
wijs gericht om ons terzake te
adviseren. Uit een mondeling
onderhoud met haar is ons ge
bleken, dat zij niet ongenegen is
de betreffende aanvrage gunstig
te adviseren, althans zeker voor
zover betreft de verandering
van inrichting der stookinstal-
latie. Een algeheel advies zal
door haar worden gegeven zo
dra zij een rapport van Openba
re Werken zal hebben ontvan
gen omtrent de toestand van de
huidige stookinstallatie in voor
melde kleuterschool; dit rapport
heeft haar nog niet bereikt.
Artikel 54 der Kleuteronder
wijswet vermeldt, dat de ge
meenteraad wordt geacht de
medewerking te hebben gewei
gerd indien niet binnen drie
maanden nadat de aanvrage is
ingekomen terzake een beslis
sing heeft genomen. Om te voor
komen dat dit artikel toepassing
vindt stellen wij U voor de ge
vraagde medewerking in prin
cipe te verlenen; als crediet zal
niet meer beschikbaar worden
gesteld als door de inspectrice
acceptabel wordt geacht.
Z.h.s. wordt besloten in prin
cipe medewerking te verlenen.
15 VOORSTEL tot het in prin
cipe medewerking verlenen
ing. art. 72 der l.o.wet 1920
in verband met het verleg
gen van de speelplaats,
plaatsen van een afraste
ring en bouwen van een
fietsenbergplaats, voor re
kening van het bestuur der
meisjesschool te Kruisland.
VOORZ. Bijschrijven van 19
augustus 1959 verzoekt het Be
stuur der r.k. Meisjesschool te
Kruisland om gelden beschik
baar te stellen ingevolge artikel