de gevraagde medewerking te
verlenen.
Ook met dit voorstel wordt
z.h.s. akkoord gegaan.
17 VOORSTEL te bevorderen
dat door de N.V. Waterlei
ding Mij Noord-West-Bra-
bant een plan voor aanslui
ting van alle daarvoor in
aanmerking komende per
celen zal worden opgesteld.
VOORZ. Tijdens de raadsver
gadering van 1 oktober 1958 en
de vergadering van 21 april '59
werden vastgesteld de 45e wijz.
■1958 en de 16e wijz. 1959 van de
gemeentebegroting, waarin wa
ren verwerkt de aansluiting van
respectievelijk 58 en 9 panden
op het waterleidingnet.
Gedeputeerde Staten van Noord
-Brabant hebben bij schrijven
van 27 mei 1959 en bij schrijven
van 10 juni 1959 als hun mening
te kennen gegeven, dat terzake
van onrendabele uitbreidingen
geen hogere gemeentelijke bij
drage dient te worden gegeven
dan 250,per perceel en dat
de meerdere kosten door een
baatbelasting dienen te worden
gedekt.
Wij zijn met de financiële
commissie van oordeel, dat on
der deze omstandigheden het
vraagstuk van de aansluiting
van percelen, gelegen in de z.g.
onrendabele gebieden, als een
geheel dient te worden bezien
en dat dus bezwaarlijk de me
thode, zoals tot heden, kan wor
den gevolgd, dat geval voor ge
val wordt beoordeeld of mede
werking zal worden verleend en
hoe groot het bedrag der ge
meentelijke bijdrage zal zijn.
Wij stellen ons dan ook voor
met de N.V. Waterleiding Mij
Noord-West-Brabant in contact
te treden teneinde te komen tot
37