werstraat, waardoor hij genood
zaakt wordt zijn zaak uit de ou
de binnenstad over te plaatsen
naar elders.
Wat betreft het eerste onder
deel van zijn bezwaarschrift
merken wij op, dat de waarde
bepaling van in een uitbrei
dingsplan opgenomen gronden
nimmer uitgegaan wordt van de
bestemming welke aan die
grond in het plan is gegeven.
Wanneer dus bepaalde grond
bestemd is voor straataanleg,
terwijl die grond nu bouwgrond
is, dan zal zeer zeker de ter
plaatse geldende bouwgrond-
waarde worden vergoed. De
thans voorgestelde wijziging
van het uitbreidingsplan doet
daar niets aan af. Hetgeen re
clamant dus als een bezwaar
ziet, is in feite geen bezwaar.
Als de grond daar ter plaatse
inderdaad ƒ8.per m2 waard
is, of zelfs 10.000.zoals in
het bezwaarschrift is gesteld,
dan zal bij onteigening of min
nelijke aankoop die prijs er on
getwijfeld ook uitkomen.
Wat betreft het verplaatsen van
reclamantszaak - een assuran-
tiebedrijf - uit de oude binnen
stad naar elders, menen wij te
mogen stellen dat dit naar onze
mening niet onoverkomelijk is.
Op de eerste plaats is er voor
een bedrijf als het onderhavige
ook nog in de oude binnenstad
voldoende uitwijkmogelijkheid,
terwijl op de tweede plaats ver
plaatsing naar woongedeelten,
waar de gezinnen compacter
wonen dan in de binnenstad,
voor het bedrijf van reclamant
zeker geen desastreuze gevolgen
zal hebben.
De door reclamant geschetste
bezwaren wegen dan ook naar
onze mening zeker niet op tegen
de voordelen van het aangeval-
18