en Fabrieken vpor Westelijk
Noord-Brabant te Breda op 13
juni 1959 een verzoek gericht
om gunstig te willen adviseren
omtrent een voorgesteldevakan-
tieregeling voor alle slagers in
de gemeente voor het jaar 1959.
Na gepleegd overleg, waarbij
ook de slager, die het verzoek
niet heeft ondertekend werd
uitgenodigd, zagen zij de vakan
ties gaarne als volgt vastgesteld:
In de week van 19 tot 26 juli
sluiten de volgende bedrijven:
P. Koenraadt, P. Vergouwen,
Th. van der Wolf-Degenaars, P.
Lardenoy, en in de week van
2 tot 9 augustus 1959:
C. Weiten, C. Bernaards, A. Ar-
don en J. Tiberius.
Ingevolge artikel 5 van de Win
kelsluitingswet kan de gemeen
teraad bepalen, dat het verbo
den is een door hem aan te wij
zen groep winkels voor het pu
bliek geopend te hebben gedu
rende één door hem aan te wij
zen tijdsruimte van ten hoogste
12 werkdagen of twee door hem
aan te wijzen tijdsruimten van
ten hoogste 6 werkdagen, per
jaar.
Het door de slagers ingediende
verzoek omvat twee perioden
van 6 werkdagen.
De heer van Campenhout, die
het verzoek niet heeft onder
tekend, deelde mede, reeds tot
1 september aanstaande de in
kopen te hebben geregeld en tot
afname verplicht te zijn. Het
zou voor hem dit jaar onmoge
lijk zijn zich aan de voorgestel
de regeling van de sluitingstijd
te houden.
Echter zal ook voor hem een
termijn van sluiting moeten
worden vastgesteld. Wij hebben
gemeend hem te moeten opne
men in de week van 2 tot 9
augustus 1959.
15