aankomen, dat het voorstel wordt aangenomen, doch ik vraag mij toch af of we geen precedent gaan scheppen tegen over andere verenigingen. De naam Herbers is ten nauwste aan deze harmonie verbonden, zelf ben ik 9 jaar secretaris ge weest, en deze vereniging heeft mijn volle sympathie. Deson danks ben ik tegen het voorstel, omdat dit tot gevolg zal hebben, dat het aankloppen aan de deur van de gemeente een grote om vang zal aannemen. De energie van het bestuur van een bijna ten dode opgeschreven vereni ging - dit geldt ook voor Vol harding - weer nieuw leven in te blazen moet zeker gewaar deerd worden. Van de 70 jonge blokfluiters zijn er waarschijn lijk binnen een paar jaar maar 5 meer over. De jongens gaan na enige tijd weer een of andere sport beoefenen. Ik hoop, dat mijn pessimistisch geluid niet bewaarheid zal wor dt, maar ik ben bang, dat die 10.000 in het water worden gegooid. Ik wens aantekening dat ik te gen dit voorstel ben mede uit vrees, dat alle mogelijke vereni gingen zullen aankloppen. VOORZ. Inhakend, dat van de fluitisten er maar 5 zullen overblijven, meen ik, dat 't be stuur hier blij mee zal zijn. Voor het op peil houden behoeft een vereniging niet zo heel veel le den te hebben. Men moet niet bang zijn, dat het geld weggegooid is, want hiervoor bieden de instrumen ten waarborg. Dat we een pre cedent scheppen ben ik ook niet bang voor. Wellicht zouden we met één harmonie kunnen vol staan. Het ligt echter niet op de weg van de gemeente om op dit 13

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1959 | | pagina 254