26C VERZOEK een crediet be schikbaar te stellen voor een in te stellen onderzoek naar het blijvend bezit van een redelijke vaargeul. VOORZ. In de vorige raads vergadering zijn pessimistisch gestemde bewoordingen gespro ken over de plaats, welke onze gemeente is toebedacht in het nieuwe West-Brabant. De vrees is toen geuit, dat alle industri alisatieplannen, voor zover tot nu toe gepubliceerd, aan onze gemeente zullen voorbijgaan. Omdat alle belangrijke centra voor toekomstige industrieële ontwikkeling zijn gepland aan vaarwater (Kreekrak, Oranje stad. Zevenbergen - Moerdijk) is met name de situatie rondom dë Roosendaalsche en Steen- bergsche Vliet verontrustend genoemd. De aanleg van een nieuw Mark-Vlietkanaal zal de scheepvaart naar Roosendaal geen gebruik meer doen maken van het benedenpand van de Vliet, maar van dat van de Mark. De Vliet als scheepvaart weg dient dus alleen nog de be langen van Steenbergen. Het heeft daarom ook ons gefrap peerd, dat bij de opsomming der verbeteringswerken aan water wegen in Noord-Brabant, een verbetering van de Vliet nim mer wordt en is genoemd, ter wijl toch - ook op de Westbra- bantdag - moet worden toege geven, dat de sluisaccomodatie beter is dan die van Mark en Roode Vaart. En dat terwijl een verbetering van de Vliet voor de scheepvaart meer dan nodig is. Het knelpunt in het gehele Vlietregime zit in de doorvaart door de Zeehondenplaat. Vóór 1950 moest men bijna tot Sint Philipsland omvaren om het Heense Sas te bereiken. Toen de geul van Sint Philipsland naar het Heense Sas verzan- 54

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1959 | | pagina 233