te besluiten, daar elke wettelij
ke weigeringsgrond zou hebben
ontbroken. Een morele ver
plichting tot betaling heeft dus
steeds bestaan en bestaat thans
nog.
Aangezien het schoolbestuur
de aanspraak op vergoeding nog
wenst te realiseren en daartoe
op 28 april 1959 een wel aan de
eisen der wet voldoend verzoek
heeft ingediend, is naast de mo
rele verplichting nog een wet
telijke verplichting tot betaling
der herstelkosten ontstaan, aan
gezien ook thans elke weige
ringsgrond ontbreekt.
Het feit, dat de voorzieningen,
waarvoor medewerking wordt
verleend reeds geheel zijn uit
gevoerd vormt geen beletsel
voor inwilliging van het ver
zoek, mits de voorzieningen een
spoedeisend karakter dragen. In
het onderhavige geval kan be
zwaarlijk worden gesteld, dat
het schoolbestuur al deze jaren
had dienen te wachten met het
herstel tot een beslissing was
genomen.
Wij stellen U dan ook voor de
gevraagde medewerking te ver
lenen en ons een crediet van
f 26.696.27 toe te staan voor uit
kering van kosten voor herstel
van oorlogsschade aan het be
stuur van de R.K. Meisjesschool
Pius X te Welberg.
Rekening dient te worden ge
houden met de mogelijkheid,
dat de kosten geheel voor reke
ning van de gemeente zullen
blijven, daar, zoals reeds eerder
werd vermeld, geen bijdrage-
aanmelding van het schadege
val bij het rijk heeft plaats ge
vonden. Alhoewel het Hoofd
van het Bureau Financiering
heeft verklaard een verzoek om
toekenning van een rijksbijdra
ge niet meer in behandeling te
kunnen nemen zal dezerzijds
nog op hoog niveau contact wor-
49