raad en ook tussen de raads leden onderling bestaan. U hebt verder gesproken over drogredenen, motieven en open baarheid. Als iets in openbaar heid gebracht wordt, dan kun nen de mensen gekwetst wor den. Ik heb niet gedacht, dat mijn uitlating een dergelijke be roering zou hebben gebracht. Ik geloof niet, dat het nodig is de openbaarheid te moeten schu wen, want er komen meer moei lijkheden in de wereld door het in de doofpot te doen, dan door het openbaar te maken. Ieder een kan een fout maken en eens iets verkeerds zeggen. Ik hoop, dat ik uw proza eens mag lezen. Ik zal daar dan niet in het openbaar op terug ko men, maar wil daar met u on der 4 ogen wel weieens over spreken. VOORZITTER. Ik ben blij, da U het woord sportief ge- bduikt. Ik heb niets persoon lijks bedoeld. Ik heb alleen een stelling ingenomen voor de amb tenaren, die als ondergeschik ten er buiten staan. Als u iemand grieft, kom ik hierop terug. dhr. HERBERS. Ik kom te rug op het woord grieven. Wam neer men iets zegt in het be lang van de gemeente kan men iemand grieven, zonder daarbij een verkerde bedoeling te heb ben. dhr. VOGELAAR. Het gaat hier om een ten onrechte geuit- te beschuldiging. VOORZ. Zo heb ik het ook gesteld, en namens de raad heb ik excuus aangeboden. d'hr.MARIJNISSEN. Ik meen te moeten opmerken, dat bij het gezegde de ene boer steekt de ander een bedrag in de zak geen namen genoemd zijn. Een vol gende vergadering werd duide lijk welke personen bedoeld 12

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1959 | | pagina 13