ons gemeentebestuur gewei gerd U hiervan vertrouwelijke mededeling te doen! Maar wanneer men desondanks de openbare raadsvergaderin gen benut voor onbesuisde op merkingen en onbewezen be schuldigingen; dan kan ik slechts twee motieven veronder stellen: of vooropgezette onwil of een grenzenloos wantrouwen. Beide motieven sieren U niet. Nu ik toch bezig ben: nog twee andere opmerkingen: Ondanks de goede wil van het college van B W. om U op zo ruim mogelijke schaal inzage te geven van alle bestuursdaden, welke goede wil blijkt uit het steeds intensiever inschakelen van de raadscommissies (ook de ze practijk moet groeien), uit het ruim toemeten van tijd aan dis cussies in de raadsvergaderin gen, en uit het onbeperkt toe laten van vragen in de rond vraag, krijgt het optreden van enigen Uwer steeds meer het karakter van een voortdurende motie van wantrouwen en van een soort machtsstrijd tussen U en ons over WIE ER NU EIGENLIJK DE BAAS IS! Heren Raadsleden: dit laatste bent U, voor de U wettelijk toe gewezen taken, maar een zekere mate van vrijheid in het voor bereiden van problemen MOET ons gelaten worden. En dit laat- ste kan alleen in een sfeer van vertrouwen, en niet op de wijze zoals in de laatste vergadering werd gedemonstreerd, door de verkoop van een pand aan de Bandijk opnieuw aan de com missie van Openbare Werken te willen retourneren, nadat in de vergadering daarvoor deze aan gelegenheid in handen van het college van B. W. was ge steld! Zo komén wij er BE SLIST NIET, heren!!! 9

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1959 | | pagina 10