\)Y bezoeken van lagere scholen. si Artikel 1 Tegemoetkomingen uit de ge meente kas, als bedoeld in de artikelen 13, 70 en 126 der La- ger-onderwijswet 1920, worden vastgesteld en uitgekeerd met inachtneming van de bepalin gen, in de volgende artikelen opgenomen. Artikel 2 Deze regeling verstaat onder: inkomen: al wat volgens het Be sluit op de inkomstenbelasting 1941 onder zuiver inkomen wordt verstaan, gezinsinkomen: het inkomen van het hoofd van het gezin, vermeerderd met dat van zijn echtgenote en zijn minderjarige kinderen en met de helft van dat van zijn bij hem inwonende ongehuwde meerderjarige kin deren. berekend gezinsinkomen: het gezinsinkomen, verminderd met f 200.voor elk minderjarig kind, met het bedrag, hetwelk het gezin aan buitengewone lasten draagt en met een extra aftrek van f 200.voor elk kind, dat een school voor bui tengewoon lager onderwijs be zoekt. Artikel 3 1. Bij een berekend gezinsinko- komen van f 3600,— of minder worden de noodzakelijke ver voerskosten ten volle vergoed. 2. Bij een berekend gezinsinko men hoger dan f 3600.doch niet meer dan f 5000,wordt een tegemoetkoming verleend* bedragende per jaar het totaal van de noodzakelijke vervoer kosten, verminderd met een pro cent van het berekend gezins inkomen. 3 Bij een berekend gezinsinko men hoger -dan f 5000,docfi niet meer dan f6500.wordt een tegemoetkoming verleend, bedragende per jaar het totaal 8

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1958 | | pagina 9