bliekrechterlijke Bedrijfs-orga-
nisatie aan de gemeentebestu
ren een afdruk gezonden van de
tot de Ministers gerichte cir
culaire inzake voorgenomen sa
laris maatregelen voor week- en
vaklieden en voor lager en mid
delbaar rijkspersoneel.
In de genoemde circulaire
wordt bepaald, dat tot uitkering
van een 3 °/o overgangstoeslag
voor het personeel, ingedeeld
in de z.g. loongroepen, mag wor
den overgegaan, indien een be
gin is gemaakt met werkclassi-
ficatie en prestatiebeloning. In
dien de voorzieningen, welke
terzake nodig geoordeeld wor
den, voor 1 januari 1959 wor
den getroffen, bestaat er geen
bezwaar tegen het invoeren van
deze overgangstoeslag met in
gang van 1 april 1958.
Om te komen tot uitvoering
van de hier aangehaalde maat
regelen werd bij raadsbesluit
van 11 juni 1958 besloten aan
te sluiten bij het Bureau Perso
neelsbeheer en Organisatie der
Vereniging van Nederlandse
Gemeenten en werd aan dit Bu
reau opdracht verleend tot het
instellen van een onderzoek en
het uitbrengen van een advies
ter invoering van moderne
loonmethodiek voor het gehele
personeel, ingedeeld in loon
groepen.
Bij schrijven van 17 juli 1958
No. 4001 deelde het Bureau per
soneelszaken ons mede, dat de
opdracht werd' aanvaard.
Hiermede is naar onze me
ning voldaan aan de voorwaar
den, welke de Minister voor de
invoering van de overgangstoe
slag per 1 april 1958 heeft inge
steld.
Teneinde tot uitkering te kun
nen overgaan, dient nog een
formeel raadsbesluit te worden
genomen.
Wij stellen U dan ook voor 't
18