de overeenkomstige typerang
bij het Rijk is gestegen.
Hieruit blijkt, dat een zo groot
mogelijke aansluiting moet wor
den gezocht bij de overeenkom
stige typerangen van het rijk.
Voor de le ambtenaar ter se
cretarie en de directeur van ge
meentewerken blijft evenwel de
verhouding tot de secretaris-
wedde het meest essentieel.
Voor deze ambtenaren zijn bij
genoemde circulaire de normen
voor de bezoldiging vastge
steld. Wel geldt ook voor deze
functionarissen de bepaling,
dat de salarisschalen met één,
'respectievelijk twee periodieken
dienen te worden verlengd.
Ook ten aanzien van de in
passing in de verlengde scha
len dient voor alle ambtenaren
het rijkssysteem te worden ge
volgd, hetgeen betekent, dat
aan de ambtenaren tot en met
de rang van adjunct commies
en de daarmede gelijk gestel
den per 1 april 1958 een perio
dieke verhoging mag worden
toegekend, en dat voor de ove
rige ambtenaren deze periodie
ke verhoging slechts mag^wor-
den uitgekeerd aan hen, die op
1 april 1958 gedurende een jaar
of langer het oude maximum
hebben genoten.
Uiteraard zullen ten aanzien
van de nieuwe salarisbedragen
nog de bekende verhogingen
van 6 °/o en 5,6 (met een ma
ximum van f 32.20) moeten wor
den toegepast.
Aangezien omtrent de onder
havige materie van rijkswege
overleg is gepleegd met verte
genwoordigers van de centrales
'van overheidspersoneel en be
houdens ten aanzien van de sa
larissen van de le ambtenaar
en de hoofden van gemeente
werken overeenstemming is be
reikt, terwijl de voorgestelde
voorzieningen geheel overeen-
16