geen voldoende zekerheid kan
stellen, niet door het Landelijk
Borgstellingsfonds kan worden
geholpen.
Aangezien het hier toch dik
wijls gaat om levensvatbare be
drijven verdient het aanbeve
ling een regeling te treffen,
welke deze bezwaren kan op
heffen, hetgeen is geschied door
de totstandkoming van de Stich
inting Provinciaal Waarborgin-
stituut voor de Tuinbouw in
Noord Brabant.
Dit instituut wil voor de ove
rige 50% van het door de tu in-
der te investeren bedrag borg
stelling t verlenen. Aan de aan
vrager worden strenge eisen
gesteld van vakbekwaamheid,
betrouwbaarheid e.d. en de
borgstelling wordt aan voor
waarden gebonden. De borg
stelling van het Waarborginsti-
tuut kan ten hoogste 80% be
dragen van het niet door het
Landelijk Borgstellingsfonds
gegarandeerde gedeelte (voor
waarde is, dat dit fonds voor
50% garant is gebleven), der
halve 80% van 50°/» is 40°/» van
het te financieren bedrag. De
resterende 10% worden door de
boerenleenbanken voor eigen
risico verstrekt.
Eventuele uit de borgstelling
voortvloeiende schade zal door
de in het Waarborgingsinstituut
samenwerkende instanties als
volgt worden vergoed:
a. 3/8 deel door het Provinciaal
Bestuur van Noord Brabant
(derhalve 15% van de totale
investering)
b. 3/8 deel door de gemeente,
waarin de tuinder woonach
tig is (derhalve eveneens 15%
van de totale investering.
c. 2/8 deel door de veiling, waar
van de tuinder, ten behoeve
waarvan de borgstelling ver-
15