2 DE TWEEDE VRAAG VAN DHR. MARIJNISSEN GELDT DE DUIKER NABIJ HET GE MAAL „WESTLAND". Zoals U bekend zal zijn is be heer en onderhoud van deze duiker per 1 januari 1958 over gegaan op de provincie Noord- Brabant. Op een vraag onzerzijds is ons vanwege de Provinciale Wa terstaat medegedeeld, dat de aanbesteding van de nieuwe dui ker thans zeer spoedig zal plaats vinden, waarbij „zeer spoedig" nog nader 'wordt ge preciseerd als: dit voorjaar.. dhr. MARIJNISSEN Ik dank u voor de uiteenzetting en ik ben blij, dat er reactie op geko men is. Voor dé duiker is reeds materiaal gekomen en is hier voor de oplossing nabij. dhr. GILDEN. De stukken in de krant, geven de indruk, dat b. en w. en de raad aan deze ge vallen nooit iets hebben gedaan, dhr. MARIJNISSEN, Deze ge vallen zijn inderdaad vaak ge noeg ter sprake geweest, maar er kwam geen oplossing. Het plaatsen van de stukken heeft wellicht toch tot activering aan gezet. dhr. GILDEN. Als de provin cie de duiker niet overgenomen had, dan had het nog wel 10 jaar geduurd. ""RONDVRAAG: dhr. AKKERMANS. Ik heb de weg van mijn geboorteplaats Koevering eens opgenomen en heb geconstateerd, dat die op enkele plaatsen minder goed is. Bovendien is gebleken, dat geen contakt over de onteigening is opgenomen. Kunt U mij in lichtingen geven, hoe het met die eigendommen gegaan is. dhr. KOENRAADT. Als voor zitter van de Ruilverkavelings- 32

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1958 | | pagina 68