fen op te ruimen, hetgeen toen
ook is geschied.
Ook het open terreintje naast
de Boerenleenbank is door ons
enkele malen te koop gevraagd,
n.l. op 6 december 1956 en 16
januari 1957. De eigenaresse
van dit perceeltje heeft echter
nog 'n aanvrage lopen om haar
herbouwplicht alsnog te mogen
realiseren, zodat bebouwing
van dat stukje niet geheel is
uitgesloten, al achten wij de mo
gelijkheden zeer gering.
Wij erkennen, dat de huidige
situatie onbevredigend is, doch
voegen daar meteen aan toe,
dat de bestaande wettelijke be
palingen ons geen mogelijkheid
bieden in voldoende mate in te
grijpen.
Teneinde, dat mogelijk te ma
ken is aanvulling van de Bouw
verordening noodzakelijk en
wel met de bepaling, dat, öf
dergelijke stukken grond moe
ten worden omheind öf dat ze
als tuin moeten worden aange
legd en onderhouden. Dit laat
ste is in verschillene gemeen
ten gebruikelijk, uiteraard al
leen in bepaalde gedeelten der
gemeente.
Onze voorkeur gaat uit naar
laatstbedoelde mogelijkheid en
wij stellen U daarom voor te be
palen, dat open terreinen, ge
legen langs straten, door Bur
gemeester en Wethouders aan
te wijzen, ais tuin moeten wor
den aangelegd en onderhouden,
een en ander ten genoege van
Burgemeester en Wethouders.
Naar onze mening kan alleen
een ingrijpen op deze manier
de ontstane wantoestand ophef
fen.
Kan de raad zich met de laat
ste clausule verenigen.
Z. h. s. wordt deze aanvulling
van de bouwverordening aan
genomen.
31