16 Ten aanzien van de Verordening op het beheer van dat fonds zijn door genoemd college de volgende opmerkingen gemaakt: 1. in artikel 1 dienen de woorden „die zelf en/of wier ouders, voog den of verzorgers niet of niet vol doende over de nodige geldmidde len beschikken, enz." te worden ver vangen door: „die zelf of wier ouders niet of niet genoegzaam in staat zijn de kosten van studies te dragen." 2. om het mogelijk te maken dat een bepaald geval volledig door het gemeentelijk studiefonds wordt ge financierd, ware het maximum-be drag van 500.— gesteld in artikel 4 der verordening te schrappen. 3. ter; bereiking van het gestelde doel en ter verkrijging van een co ördinatie van de op dit punt be staande voorzieningen is het naar de mening van Gedeputeerde Staten noodzakelijk, dat in nauw verband wordt samengewerkt met 't Noord- Brabantse Studiefonds en via dit fonds met het Rijk. Daarom dient in de verordening een bepaling te worden opgenomen, dat door gega digden, bij de indiening van een aanvrage bij de gemeente, tevens een aanvrage moet worden gericht tot het Noord-Brabantse Studiefonds te 's Hertogenbosch en tot het Mi nisterie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. 4. tenslotte dient te worden bepaald, dat de toekenning van een studie beurs dient te geschieden na over leg met de beide hiervoor onder 3 genoemde instanties. Wij stellen U voor te voldoen aan de verlangens van Gedeputeerde Staten en de hiervoor omschreven wijzigingen in de verordening aan te brengen. Op grond van artikel 9 van de Verordening op het beheer van het gemeentelijk studiefonds dient door Uwe Raad een commissie van ad vies voor de verlening van studie beurzen te worden benoemd. Deze commissie dient te bestaan uit 5 le den, waarvan 2 moeten worden ge-

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1957 | | pagina 44