I derwijs niet schaden. Nu van hogerhand er op wordt aange drongen minder te investeren stel ik voor de schoolbesturen te vragen hun aanvragen nog een half jaar of zo in beraad de willen houden. Zo erg urgent zijn de" voorzieningen toch niet. VOORZ. De medewerking in gevolge de L.O. wet 1920 is ver plicht. De financiële toestand mag naar wettelijk voorschrift geen rol spelen. dhr. GILDEN. Ik vind het treurig dat schoolbanken van de vorige eeuw nog in gebruik zijn. Als men dit niet urgent noemt wat dan wel! dhr. MARIJNISSEN Dat is zo. Maar het is nu wel het on gunstigste moment om met de ze aanvragen te komen. Waar om dit niet vorig jaar gedaan. De gemeente kampt met finan ciële moeilijkheden en de si tuatie op de geldmarkt geeft niet bepaald de garantie dat deze moeilijkheden direct kun nen worden opgelost. Als we het verplicht zijn is dit alles in feite een wassen neus. Toch dring ik aan een beroep te doen op de schoolbesturen. dhr. VOGELAAR. De on deugdelijke verlichting is door de schoolarts geconstateerd, waarmede deze dienst zijn nut weer eens heeft bewezen. Voor de kinderen is een goede ver lichting uiterst belangrijk. Ik ben blij dat op dit euvel is ge wezen. Ook slechte banken, welke vergroeiingen te weeg brengen, dienen te worden ver vangen. Dit alles acht ik nood zakelijk. Het euvel bestond al lang doch is nu geconstateerd. dhr. MARIJNISSEN. Het is wenselijk, maar niet urgent, zeker niet voor een half jaar. Het betreft hier meer een aan passing aan de eisen destijds. Als de nadelen zo erg groot wa ren was men wel veel eerder met een aanvrage gekomen. 23

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1957 | | pagina 24