Voor onze gemeente zijn de
betreffende artikelen van de
wet niet van belang, daar voor
heen geen pensioenregeling was
getroffen.
Wij menen na het vorenstaan
de pog Uw aandacht te moeten
vestigen op de Wet van 31 ja
nuari 1957 (Staatsblad nr. 30),
houdende beperking van uitbe
taling van de pensioenen van
ministers enz. en hunne wedu
wen bij gelijktijdige aanspraak
op een pensioen krachtens de
Algemene Ouderdomswet.
Ingevolge artikel 8 zijn de
Gemeentebesturen verplicht de
pensioenbepaling voor wethou
ders, zomede voor hun wedu
wen, vóór 1 juli 1957 te her
zien op de voet van de bepalin
gen van die wet.
Wij achten het voorts nog ge
wenst enkele beperkende bepa
lingen op te nemen, waartoe de
Wet de bevoegdheid geeft.
Tenslotte mogen wij er U nog
van in kennis stellen dat de fi
nanciële commissie, welke wij
over het ontwerp-besluit heb
ben gehoord, zich daarmede
kan verenigen en wij stellen U
dan ook voor een pensioenrege
ling voor de wethouders en hun
weduwen en wezen te treffen,
door vaststelling van de „Pen
sioenverordening Wethouders".
dhr. MARIJNISSEN. Met dit
voorstel kan ik mij volledig ver
enigen. Ik vraag mij echter af,
of aan deze verordening terug
werkende kracht gegeven kan
worden.
VOORZ. Dit is niet mogelijk.
Z. h. s. wordt daarna con
form het voorstel besloten.
15 a VOORSTEL tot het
maken van een oprit naar
de Holderbergsedijk.
VOORZ. In 1926 is voor ver
binding van de weg door de
Wildenhoek met de Holderberg
sedijk een oprit gemaakt in
noordelijke richting. Om het
23