Verder wil ik er op wijzen, dat dit geen kwestie voor de raad is, doch aangezien er een wethou der bij betrokken is, wil ik voor dit geval een uitzondering ma ken. dhr. Marijnissen. Eet kardi nale punt is, of de wethouder namens B. en W. heeft toege zegd. Als dit zo is, dan houden alle praatjes en geruchten geen steek. dhr. Verbeek. Namens B. en W. wil ik graag de gelegenheid aangrijpen om een korte uit eenzetting omtrent deze kwestie te geven. De woning in de Kaai straat was inderdaad het begin van deze historie. Toen deze woning niet nodig bleek te zijn voor een onderwijzer, heeft dhr. Vogelaar getracht deze te be stemmen voor 'n knecht uit zijn bedrijf. De woningcomrciissie en B. en W. meenden echter dat v ,d .Aarssen geholpen moest worden, zodat tot vordering werd overgegaan, v. Geel werd toen op de lijst van woningzoe kenden geplaatst. Dhr. Voge laar lieeft mij daarna gevraagd een onderzoek door 2 raadsle den te mogen laten instellen omtrent het gesprokene in dit geval. Hiervoor is hem alle me dewerking toegezegd. Dit on derzoek is echter niet doorge gaan. Daags daarna heeft hij mij opgebeld en gezegd, dat als van Geel geen woning zou krijgen, hij bij hem zou weggaan. Ik heb hem toen geantwoord, dat ik het B. en W. zou afvragen. Mij is toén door B. en W. gezegd, dat ik kon mededelen, dat hij door de 40 woningen zal worden ge holpen. Op de vraag van, van Geel welke woning hij zou krij gen, heb ik geantwoord, dit niet te kunnen zeggen. De heer Vo gelaar was met de toestand op 32

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1957 | | pagina 106