missie de woningen verdeelden.
Ik zou niet graag zien, dat dit
voortrolde. Daarom ben ik blij,
dat het nu hier in het openhaar
tot de juiste proportie is terug
gebracht. Ook de door de voor
zitter verstrekte cijfers spreken
een duidelijke'taal.
VOORZITTER: Voor wat uw
opmerking ten aanzien van dé
wethouder betreft moge_ ik er
op wijzen dat deze, gezien de
taakverdeling in het college,
een intensief contact heeft met
de secretaris der woningadvies
commissie. Dit strekt hem tot
ere.
Dhr V.d. VELDEN: Kan de
commissie niet gelikwideerd
worden? Voor de nieuwe ge
meente woningen kan zij mis
schien nog nuttig zijn, doch
over de oude woningen moet
men de eigenaren maar baas
laten.
VOORZITTER: B en W stel
len het werk van de woning-
adviescommissie ten zeerste op
prijs en ondervinden er veel
steun van. Het lijkt ons ook
beter, dat het woningprobleem
in zijn geheel wordt bekeken,
dus ook de woningen in parti
culier eigendom.
Dhr MARIJNISSEN: De raad
heeft zich destijds uitgesproken
tegen de door dhr v. d. Velden
bedoelde splitsing. De gehele
bemoeienis wilde men in han
den houden van commisie en B
en W. Ik voel wel voor het
standpunt van dhr v.d. Velden.
Het. geeft m.i. nu geen pas meer
dat de verhuurders niets te
zeggen hebben. Tracht het daar
heen te leiden, dat ook de eige
naren een woordje mee kunnen
spreken. Kan de raad niet in d.e
eerstvolgende vergadering bij
rapport worden ingelicht in
zake de mogelijkheden tot toe
wijzing van woningen?
VOORZITTER: Dit rapport
kan kort zijn. De woningtoe
stand is nog zodanig, dat het-
20