y
ring uit het gemeentefonds te
verkrijgen, menen wij toch, dat
een verhoging van de uitkering
mag worden verwacht. Blijkens
de terzake door de ministers
van financiën en binnenlandse
zaken uitgegeven richtlijnen zal
in het bijzonder bij de beoorde
ling van de aanvrage aandacht
worden geschonken aan struc
tuurveranderingen welke in de
gemeente optreden, aan achter
stand in het verzorgingspeil van
een gemeente en aan de verhou
ding van het uitkeringsbedrag
tot dat van andere gemeenten.
Wij zijn van oordeel, dat al de
ze factoren ten gunste van onze
gemeente gelden en hebben
dan ook de verwachting, dat 'n
verhoging van de uitkering zal
volgen. Mochten onze verwach
tingen niet of niet geheel wor
den verwezenlijkt dan zal een
deel der reservemiddelen die
nen te worden aangesproken.
dhr. MAR1JNISSEN. Ik ben
het niet er mee eens dat geen
verdere bezuinigingen zijn in te
voeren. Het gaat juist om de ka-
pitaalslasten die de laatste ja
ren op een tekorte termijn zijn
gepland.
Ik hoop dat B. en W. in hun
verwachtingen niet teleurge
steld zullen worden maar ik
vrees. De Minister stelt als re
gel de voorwaarde dat er grote
veranderingen in de gemeente
moeten hebben plaats gehad. Er
zijn hier wel veranderingen te
constateren, doch alleen norma
le als gevolg van uitbreidingen.
Beter acht ik het niets te riske
ren, doch in afwachting, zij 't
voorlopig te bezuinigen.
VOORZ. Dit is een beleids
kwestie. Bij bezuiniging zoals
U op het oog heeft krijgen we
zeker niets. Wij bewandelen de
gulden middenweg.
dhr. KOENRAADT. We heb
ben nogal wat reserve. Die moe
ten we wel zo enigszins moge
lijk in tact houden, maar als on~
54