toegekend aan de gemeentelijke
instelling voor maatschappelijke
zorg, teneinde daaruit een extra
kolentoeslag uit te keren aan de
ondersteunden van die instelling.
Deze toeslag werd op 6 febr.
1956 uitgekeerd. De week erop
werd uit de eigen middelen van
genoemde instelling een extra
uitkering gedaan. Hierop doelde
wethouder Verbeek toen dhr.
Gilden voorstelde nog een tweede
uitkering te doen.
Op dat moment konden wij
nog niet voorzien, dat de strenge
winter zo zou aanhouden. Door
de lange duur van de koude-pe-
riode en de hoge nood, die bij
velen heerste, meenden wij ver
plicht te zijn het bestuur van de
gemeentelijke instelling voor
maatschappelijke zorg te moeten
adviseren opnieuw een extra ko
lentoeslag uit te betalen over de
week, aanvangende 20 febr. 1956.
Om dezelfde redenen, als in
uwe vorige vergadering medege
deeld, was het niet mogelijfë
hiervoor vooraf een crediet te
vragen.
Wij verzoeken u in verband
met het vorenstaande de subsidie
over 1956 aan de gemeentelijke
instelling voor maatschappelijke
zorg opnieuw met f 500,- te ver
hogen en de daarmee verband
houdende wijziging van de be
groting dier instelling goed te
keuren.
Dhr. MARIJNISSEN In principe
ga ik accoord met dit voorstel.
Mij kwam ter ore dat ook Ouden
deze toeslag hebben genoten, het
geen uiteraard is toe te juichen.
Ik vermoed dat het gevraagde
subsidie nu ontoereikend zal blij
ken, en wanneer het verschil door
de Instelling niet uit eigen mid
delen kan worden gedekt nu hun
begroting ook maar krap is, zal
een verzoek om subsidie verho
ging te verwachten zijn. Is het
daarom niet beter dit punt even
aan te houden en wanneer het
definitieve bedrag bekend is alles
3