bij ambtelijk verzuim. Bij een ar
rest van de Hoge Raad van 13
Mei 1953 nr 11292 is beslist dat
er vtöor navordering ;nog geen
plaats is, indien do normale aan-
slagregeling voor het betrokken
belastingjaar nog niet is. geëin
digd. Dit is bij. ambtelijk verzuim
het geval, zodat navordering als
dan niet is toegestaan. Dit lid
bepaalt in tweede instantie dat
niet als ambtelijk verzuim wordt
aangemerkt, het achterwege blij
ven van de toezending van een
aangiftebiljet. Ook dage bepaling
kan. worden gemist. Aangezien
art. 7 de verplichting inhoudt tot
het aanvragen en indienen van een
aangiftebiljet, zo dit niiet door B
en W werd toegezonden, kan
worden geconcludeerd, dat het
door B en W. niet toezenden van
een aangiftebiljet niet kaïn wor
den aangemerkt als een anTtrte-
lijk verzuim in de zin der ver
ordening. Wij stellen U derhalve
vioor het vierde lid van art. 13
in te trekken»
Z. h. s- wordt aldus besloten
10 VOORSTEL tot herziening
van de 3 e begrootingswij zi
jging 1955
VOORZ. Reeds meerdere ma
llen, werd door U behandeld het
vraagstuk van de ophoging en
drainage v!an de tuin van de heer
Vermeulen,, gelegen langs het Dok
tersdreefje en, idle betaling van die
daarmede verbanidlhiouidlendle kos
ten. Op 26 November 1954 heb
ben wij aan U voorgesteld 50 °/o
'der kosten tot een maximum van
f735 vioor rekening der gemeente
te nemen. Door U werd besloten
een crediet beschikbaar te stellen
van f 1470. Ged. Staten berichten
ons 'dat waar de geraamde beta
ling geschiedt zonder dat daarop
'enig recht bestaat er overwegend
bezwaar tegen bestaat dat 'de loos
ten van bet ongedaan maken van
de wateroverlast geheel voor re
kening van de gemeente worden
10