daarom een groot bezwaar in met
r een zwembad te beginnen.
idhir. DE JONG. U maakt de
zaak nodeloos ingewikkeld. De
kwestie is doodeenvoudig dez©: 'd|e
raad is principieel vóór de aan
leg van een zwembad of is dit
niet. Wil de raad een zwembad-,
welnu, dan hebben, wij plannen
daartoe nodig en moeten we wij
ten hoeveel een dergelijk ob-ect
kost. Is het bedrag te hoog, dan
ben ik er niets bang vo-or -of Gede
pul-eerde Staten feullien het plan
afwijzen. U spreekt allemaal wel
over hoge kost-en, maar daar weet
U nog niets vanaf. We hébben
toch nog geen plan. en w© weten
toch immers nog niet of dit ob
ject zal wordefli gesubsidieerd al-s
P.C.W.-werk.
dhr. VOGELAAR. We moeten
ons op de eerste plaats afvragen
of de financiën er zijn en ten
tweede of er urgentere zaken dan
het zwembad zijn, die vóór moe
ten gaan. Is dit laatste -niet het
geval meer en bel eerste is in or
de dan ben ik zeker voor de
slichting van een zwembad.
dijr. SWAGEMAKERS. U hebt
al een mooi voorbeeld aan Din-
telo-ord. Daar is een riolering no
dig. Ze moeten wachten op sub
sidie, -zonder welke men er niet
aan kan beginnen. Indien het in
eigen beheer geschiedt steekt men
zich generaties lang in -de schuld
Er wordt hier. wel een voorstel'
gedaan maar niet wordt gezegd
waar het geld van-daan moet ko
men. i
dhr. DE JONG. Ik heb wel
degelijk gevraagd na te gaan of
het object in aanmerking komt
voor P.C.W.HSubsidie.
-dhr. JACOBS. ,Ik geloof dal we
de eerste jaren op die subsidie
niet behoeven te rekenen. Er is
nog teveel werkgelegenheid ter
wijl er werkkrachten te kort zijn.
VOORZ. In de volgende vjar-
34