idjir. KOEN RAADT. Ik niet.
Men moet geen regeling maken
afwijkend van het geheel» Het me
rendeel valt ondier de verlaging
van die leeftijdsgrens; deze groep
niet en voor deze gelden toch
ook de gunstige wijzigingen.
dhr. VERBEEK. We moeten Riet
anders stellen. Door dieze regeling
yzo te stellen moeten we juist zien
te bereiken, dat allen het zo krij
gen,. Niet deze krijgien te veel,
maar anderen te weinig.
idhr. KOENRAADT. Het stuit
me tegen de borst wanneer voor
kinderen die verdienen kuninen
iets wordt betaald» Die kinderen
vormen g een last meer» De ver
laging van de leeftijdgrens is aan
genomen om de sociale lasten die
toch al zo boog zijn, niet nog
zwaarder te maken, ik ben tegen
de afwijking.
dhr. MARIJN1SSEN.' Wie kuninen
deze regeling nu wel aannemen,
doch is er kanis, nu deze afwijkt
van die rijksregeling, dat deze zal
worden goedgekeurd door Ged.
Staten. Indien er kans van Sla
gen is ben ik er voor al voel ik
anderzijds wel iets voor hetgeen
dihr. Koen,raadt naar voren heeft
gebracht.
VOORZ. Onze regeling zal stel
lig worden goedgekeurd door
Ged» Staten, gezien de samen
stelling van dit college.
d!hr. VERBEEK- Van kinderen
in de leeftijd van 16 tot 18 jaar
kan men feitelijk niet zeggen 'dat
ze Jets verdienen.
dhr. KOENRAADT. Dan weet
U niet wat ze in de landbouw
verdienen.
dhr. HERBERS. Gehoord het ge
sprokene door dhr. Koenraadt ge
loof ik dat hij het recht ,aan
zijn kant heeft. Nu het door het
rijk zo geregeld is zullen wij dat
wel moeten volgen. De aanwijzing
van de Voorzitter waarom Ged»
Staten zich niet zullen verzetten
ligt kennelijk in het politieke vlak
Aangezien niemand stemming
verlangt wordt z. h. s. besloten
13