-/a*/ beid nog gebruik l© moe ben ma ken uw aandacht t-e vestigen op het bepaalde in art 5 sub c van de verordening op de heffing van een verm akelij kheids belasting- Wij zijn van oordeel, dat het rail et onbillijk is deze bepailing aldus te wijzigen, dat in het 'vervolg van de opbrengst van'-de bier be doelde bioscoopvoorstellingen 5 °/o belasting wordt geheven. Wij geven U in overweging overeenkomstig het vorenstaande te besluiten. dhr. DE JONG. We hebben hier te maken mtet twee voor stellen. Het eerste tot verlaging van het belastingpercentage voor bioscoopvoorstellingen tot 20 °/o conform het na-onderzoek door de financiële commissie uitge bracht advies, waarmee ik me kan verenigen. Het tweede tot heffing v,an een belasting van 5 °/o voor filmvoorstellingen di® van opvoe dende of culturele aard zijn. Daar ben ik bet niet mee eens. Voor stellingen welke een opvoedend karakter hebben dienen mijn in ziens niet te worden belast maar veeleer te worden gesubsidieerd. dhr. JACOBS. Ik heb een finan deel onderzoek gevraagd om te zien of er met winst of verities wordt gewerkt. Als bij een ver laging tol 20 o/o nog verlies wordt geleden, dan moeten we nog ver der gaan. Overigens ga ik accoord met dhr. de Jong; een opvoe dende taak mag niet worden be last. 'i i i dhr. MARIJNISSEN. Als, naar ik vermeen dit culturele Mms b® treft ben ik er tegen dat deze wor den belast- Aan de ene .kant geeft d® gemeente niet onbelang rijke subsidie, ik denk hierbij aan het Brabants orkest én muziek Comité, terwijl mien aan de an dere kant de culturele films zou gaan belasten. Feitelijk zal zulks weiinig zin hebben, daar deze zeer sporadisch worden vertoond, ter wijl ze nu belasting vrij zijn. 6 4 A*

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1954 | | pagina 105