k
l<ar
i i'
ft
i|v
wingen gehouden zijn. Ik zou die
gi'aag willen houden.
V'OORZ. We zijn he! van U ge
woon, dus ga uw gang.
dhr. JACOBS. Ik heb, zoals da;
gebruikelijk was, mijn algemene
beschouwingen altijd op papier ge
zel, ook voor gemak van de heer
van Bergen, maar dan werd er
door sommige raadsleden gezegd,
dat ik het bij een ander haalde.
Dus zal ik het nu maar zonder
papier doen. Ik zal beginnen bij
het begin. Het .is voor mij een veel
bewogen jaar geweest, mijnheer de
Voorzitter en wel eerst bij de ver
kiezingen van de gemeenteraad.
Wij zijn van 4 partijen op acht
gekomen. De enepartij is in drieën
gesplitst, de andere partij stoo te
zijn beste raadsleden uit, waar ik
dan hel slachtoffer van moest wor
den. Maar zij zijn het zelf gewoir
den, daar zij van 4 leden op 2
zijn gevallen. Gelukkig dat ik d e
findere 2 heb kunnen opvangen, zo
dal wij toch mei 4 arbeiders in 'de
raad veregenviooirdtgd zijn geble
ven.
Dan mijnheer de voorzitter wi'l
ik spreken over de belediging on-
dervonden van die beide aanne-
%//f y mers van de Elsihout en Corput
WZ/ JZwvi/ Misschien zullen de Jongeren er
geen interesse voor hebben, maar.
LL J* de oudere die het hebben meejge-
maakt toch wel. Eerst hebben die
7 aannemers een ingezonden stuk
/U. C in de Steenbergse Courant ge-
plaatst, waar ik hen op heb ge
antwoord. Toen hebben zij een
brief aan de gemeenteraad gericht,
die door U mijnheer de Voorzitter
werd voorgelezen. Daarin werd ik
zwaar beledigd ais zou ik mijn
werk niet kennen. Maar toen ik
U, mijnheer de Voorzitter op 5
October een schrijven van de
hoofdopzichter van de rijkswater
staat liel lezen hebt U niet voor
gesteld om ook die brief in de
raad voor te lezen en daarom zal
ik zo vrij zijn die brief hier zelf
vóór te lezen. Die luidt zo: „On
dergetekende verklaart dat Jaco-
30
•Sij