heel volledig te zijn in zoverre daarin een tijdsbepaling ontbreekt binnen wbike de mededelingen aan de Raad moeten worden ge daan. Ten einde in deze leemte te voorzien stellen wij U voor bet derde lid van artikel 5 der onder havige verordening te wijzigen in dier voege, dat elk besluit tot toekenning van een ere-penning binnen 4 weken na vaststelling daarvan Ier kennis van de Raaid moet worden gebracht en dat de uitreiking niet mag plaats vinden voordat de Raad van het betref fende besluit heeft kennis geno men. dhr. MARIJNISSEN. Mijn op deze aangelegenheid betrekking hebbend schrijven lag de vorige keer niet ter inzage bij de stuk ken. Misschien 's er daardoor niet veel aandacht aan besteed. Nu het in besloten vergadering is behandeld ligt het wel met bet voorstel bij de stukken. VOORë. Stukken voor de be sloten zitting zijn op verzoek ver krijgbaar. dhr. MARIJNISSEN. Door de voorgestelde aanvulling van art. 5 wordt in pen leemte voorzien, maar omtrent de wijze van uit reiking bijv. :n een plechtige raads zitting, zoals ik heb voorgesteld, is niets geregeld. VOORZ. Dat is een ustvoerlngs handel'ling, die tot de 'taak van B. en W. behoort. Daar horen de raadsleden niet bij. dhr. MARIJNISSEN. Nu nog wel, doch er is ook gevraagd de bevoegdheid aan de raad Ie laten. Het is eer zeer belangrijke kwes tie. dhr DE JONG. Het is m.i. een zeer eenvoudige kwestie. Dit on derwerp is in een vorige vergade ring breedvoerig bediscusiieerd. He! schrijven van dhr. Marijnissen is toen in extenso voorgelezen, zodat elk raadslid zich een duide lijk beeld heeft kunnen vormen. Ik vind hel jammer dat 'hij er 4 I I I '«I I I ■II I I I

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1953 | | pagina 218