dcor de heren Herbers en Gildien over de overname van de gasfa briek is gezegd. Dat geeft le den- ken. Maar afgezien daarvan zijn er dingen die ik niet wens te ac cepteren in deze hele overname- kwestie van de gasfabriek. .3 f, Ik lees in het voorstel o.a. dat .er „niet geheel juiste" gegevens zijn verstrekt, dat men „ten on rechte" is uitgegaan van een go.ed buizennet en dat een GEDEELTE LIJKE correctie op dit geval al een bedrag van ruim achtduizend guldentjes gaat kosten. Ik geloof niet dat wij dat zo maar zonder meer hoeven te nemen. Mijn vraag is bestaat er een juridische mo gelijkheid dat maatregelen legjen dergelijke praktijken worden geno men. Ik denk hierbij aan d® moge lijkheid de vroegere eigenaar ter verantwoording te roepen vanwege verborgen gebreken aan het door hem verkochte gasbedrijf. VOORZ. Ik had een dergelijke vraag wel verwacht. Het is zo ge gaan. De overname van de gas fabriek geschiedde tegen een ge middelde prijs vastgesteld door 3 deskundigen, waarvan één aange wezen door de gemeente, één door de gasfabriek, die beiden 'n derde deskundige aanwezen, Wij hadiden Ir Adriaansen, voorgedragen door de vereniging van Nederlandse gemeenten, de gasfabriek benoem de Ir Heydclaier en d.ie samen Ir Philips uil Nijmegen. Deze derde deskundige heeft roestsohl.U- fers van buizen genomen e11 elite voor onderzoek opgestuurd) naar de gasislichtiimg. Dez-e stichting deelde mode 'dal buizen, WAAR VAN DIE SCHILFERS WAREN GENOMEN, nog goed waren. De 7 A J levensduur daarvan kon op meer Wij hebben nu aan de gassticii- dan 30 jaren wolrden geschat. Wij hebben nu aan de gasstii ling een intensief onderzoek van het gehele net opgedragen, waar bij vele lekken zijn geconstateerd. Destijds zijn door de 3e deskun dige roestischilfers genomen en deze heeft gevraagd aan die h'and 29 v - flo.n ^f) iippn w nlrifl^n mPcpKol

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1953 | | pagina 160