s*
1^1
3 BENOEMING van twee Wot-
houders.
VOORZ. Wenst nog iemand het
woord.
Dhr. DE JONG. Mijnheer de
Voorzitter. Nu het zo ver is, dat
Steenbergen voor zover mij
bekend als eer s e gemeente in
West-Brabant een tweetal raads
leden heeft, die door d© inge
zetenen zijn gekozen van. een lijst
van Katholieke Jongeren, schijnt
een korte verklaring omtrent het
„waarom" van deze jongeren in
de raad, wel gewenst.
Wij willen daarbij uitgaan van
onze overtuiging dat d© Geschie
denis eens zal uitwijzen dat de
generatie van thans zich bevindt
op een kentering in onze bescha
ving. Wij, als. jongeren, staan op
een keerpunt. Achter ons ligt de
verscheurdheid van twee wereld
oorlogen, waarvan wij de hevigste
in het laatst van onze prille jeugd
en op de drempel van ons wer
kelijke leven, aan den lijve heb
ben ondervonden. Vóór ons ech
ter, weten wij het nieuwe en vrije
Europa, waarin wij geloven willen.
En het is nu de fout van ver
schillende oud;eren, dat zij de jon
geren niet beschouwen op de
evenwichtslijn van het zojuist aan
geduide keerpunt, doch 'de gene
ratie van thans slechts zien als
liet povere en weinig belovende
resultaat van de wereldoorlog,
waaruit zij te voorschijn kwam.
Zij zijn het, die zich hoofdschud
dend verdiepen in bepaalde', min
der fraaie aspecten van het na
oorlogse leven, deze bijeen trach
ten te voegen, en ze als verzamel
naam „de menlaliteit van de jon
gere generatie" willen geven
daarbij over het hoofd ziende dat
„generaliseren" dikwijls hetzelfde
is als „onwaarheid".
Het is verkeerd in onze gene
ratie alleen de consequenties ie
zoeken van hetgeen vóór ons ge
beurde. Onder ons bevinden zich
en dal is veel belangrijker
A
4
I»-'"
Jl
2