AT onzer bouwverordening overeen komstig ide „Voorschriften en Wen ken voor liet ontwerpen van wo- t ningen 1951" van de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting sf Deze voorschriften en wenken wijken wat de gestelde minima be treft in vele opzichten af van de voornaamste voorschriften en be palingen, omschreven in de plaat selijke bouwverordeningen in dier voege, dat de eerste meestal min der zware eisen stelten en daar door een verlaging van de bouw kosten tot gevolg hebben. Bij de beoordeling van bouw plannen voor premie- en woning- wetbouw blijkt meerdere malen, dat door vele architecten bij het ontwerpen van de plannen wel rekening is gehouden met de wen ken, doch niet met de zwaardere eisen van de plaatselijke bouw verordeningen. Dit brengt vaak ernstige verhoging, wijziging dei- plannen en verdere moeilijkheden mede, omdat, als de bouwveror dening zwaardere eisen stelt dan de wenken, deze zwaardere eisen in aanmerking genomen moeten worden. Teneinde genoemde moeilijkhe den te ontgaan, is wijziging van de bouwverordening gewenst, en heeft bovengenoemde Commissie gemeend daarvoor een concept- wijziging samen te stelten, waarin tevens enkele andere gewenste wij zigingen zijn opgenomen. In grote lijnen zijn in dit con cept vooral de maten voor een woning wat oppervlakte en hoog te betreft aanmerkelijk herzien. De oppervlakte van een woning gemeten binnen de om trie km uren is van 30 m2 tot 27 rn2 terugge bracht. De drie vertrekken 'buiten de woonkamer van 16 m2, zijn van 7 m2, 7 m2 en 6 m2 gewijzigd in resp. 9,5 m2, 7 m2 en 4,50 m2 voor een vertrek (B.V. art. 31) met een halve meter is verminderd De vrije hoogte der vertrekken van 2,70 m is met 10 cm ver- 17

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1952 | | pagina 54