gemakers heb Elk een brief in de
zelfde geest gehad- Op hetzelfde
papier hel) ik hem geantwoord.
Ilier nog eens op terug te komen
lijkt me overboidli|g.
Ik meende dat geen for
mele stemming over de begroting
had plaats gehad- Ik heb iin mijn
beschouwing duidélijk gezegd dat
ik de begroting in d(e vorm zoals
deze was voorgelegd moest af
wijzen. Er moge dan geen hoofde
lijke stemming zijn gehouden, ildder
wist toch (dat Ik er tegen waia. Ik
heb me duidelijk uitgedrukt bij
mijin afwijzing. Dat moet voldoen
de zijn, daar is geen discussie
meer voor nodig.
dhr. SWAGEMAKERS. (dhr-
Herbers was tegen de begroting,
waarop ik heb opgemerkt dat hij
er niet tegen was en ook vorig
jaar de begroting had goedge
keurd. Dit heeft veel te betekenen
De begroting toch is de leidraad
voor 't bestuur, waarop de gehele
gemeentelijke huishouding 'is geba
seerd. Alls de begroting zo zonder
motief wordt afgewezen meen ik
dat zo'n daad een revolution^
karakter draagt. Ik wil de men
sen kennen.
dhr. HERBERS. Zoals uit de no
Lu'len b'ljjkt heb ik vorig jaar dui
delijk aangegeven waarom ik de
begroting toen heb afgewezen
Ditmaal héb ik mijn standpunt
niet nader gemotiveerd- Nu daar
naar persé gevraagd wordt zal
i'k het zeggen. Omdat het ver
trouwen in belde wethouders is
opgezegd en ik iiln hen geen ver
trouwen kan steilten.
dhr. SWAGEMAKERS. Dan
bent U niet consequent- Toen de
motie werd gestéld had dhr. Her
bers naar men aanlnam daarin een
groot aandeél. In hoeverre dit
juist is kam bulten beschouwing
blijven. Toen d!e motie aan |die orde
'kwam heeft dhr. Herbers tegen
gestemd, omdat hij, naar hij zcide,
de verantwoording niiet kon dra
gen. Nu is hij tegen de begroting.
2