/lé> licht nog niet vrij zijn van inter- peibiliieil. - De eventuele opheffing van de instelling heeft o.a. nog dg vol gende bezwaren 1. Aan de bezittingen van de insteifng zou een nieuwe bestem ming dienen te word', n gegeven 2. Ben instelling komt eerder dan de geme.nte in aanmerking voor het onlvangen van legaten cn schenkingen 3. Een instel ping kan desgewenst voogdij aanvaarden 4. De mogelijkheid van toepas sing van art. 123 der Ambtenaren wet (voorschotten op gecedeerde sagarissen en pensioenen) i,s voor een instelling mogelijk. Uit het bovenstaande blijkt dat de opheffing van het Algemeen of Burgerlijk Armbestuur zowel bezwaarlijk is als minder gewenst, zodat geconcludeerd moet worden dat handhaving voorlopig 't meest juiste is. Voor zover dit nodig of wense lijk wordt geacht wordt op het on 'werp-peglemen t hieronder nade re toelichtingen gegeven. De naam „Burgerlijk Armbestuur" doet nog steeds verend rsjellen, dat de taak van de instelling zich beperkt tot de bedeling van de armen op de voet van de Armenwet. Dit is echter ge nszins het geval. Tal van andere soorten van maatschap pelijk werk dienen ook door haar te worden behartigd. De naam is daartoe begrensd, terwijl deze naar veler oordeel een vernedering inhoudt van hen, die maatschap pelijke zorg nodig hebben. Het komt daarom gewenst voor, de naam zodanig te wijzigen dal daar door meer wordt aangeduid het ruimere terrein waarop de instel ling zich beweegt. De naam zou kunnen luiden Gemeentelijke In stelling voor Maatschappelijke Zorg der Geme.nte Sternbergen", welke de laatste jaren in tal van gemeenten is gekozen. Deze naams verandering bedoelt aan te duiden dat men de oorzaken -van de b

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1952 | | pagina 125