b h T /Ujl /£o I M En 00. dhr. JACOBS. Ik W0n het gedeel teliyk eens roet Idlhr- Herbers- Hut ze,n zijn er nodigaaln grond is geen directe behoefte. Daarom moet woningbouw voorgaaln. We hebben bouwgrond genoeg liggen. Als het echter in de bedoeling zou liggen bijv- de grond van Veraart in het plan Z..W- iaaln te kopen, dan heb ik daartegen geen bezwaar. Ook dan kaïn Ik met het voorste] accoord gaan. dhr. GILDEN. Het is nu zo, we hebben wel grond maar geen vol doende bouwvolume- Verhoging van dit volume Is nu primair. VOORZ. Eerst gaa|n we de bouwgrond gebruiken waarover de gemeente beschikt. Is die volge bouwd en er is ndem aan als gevolg van verhoging vain het bouwvolume meer nodig, dan zal uiteraard de raad zelf telkens hebben te beslissen of en zo ja hoeveel grond voor verdere wou mlingbouw dient te worden aange kocht. I dhr. HERBERS. Dan heb ik geen bezwaar meer. Z. h. s- wordt hierna besloten conform het voorstel van Burge meester en Wethouders. De Voorzitter sluit hierna de vergadering met het gebruikelijke gebed. 1 A Vastgesteld t Ida Vborziltter, Sscrstari».

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1952 | | pagina 119