jj
Dhr VAN NIEUWENHUIJZEN
Hier wordt geen crediet aan B en
W gegeven. De gelden zijn immers
in feite reeds lang besteed.
Dhr. JACOBS. Lopende zaken
moeten doorgaan. Ik Reb geen
bezwaar tegen handhaving van de
volgorde.
Zhs wordt hierna besloten con
form het voorstel van B en W.
4. VOORSTEL tot vaststelling
ener verordening inzake aan
gifteplicht van waterpokken.
VOORZ. Artikel 25 van de Be
smettelijke Ziektenwet geeft de ge
meentebesturen het recht tot het
vaststellen van verordeningen tot
voorkoming, wering of beteugepng
van besmettelijke ziekten, voor zo
ver zij niet in strijd komen met
de bepalingen bij of krachtens de
wet vastgesteld.
Bij een dergelijke verordening
kunnen voorschriften van de be
smettelijke ziektewet van toepas
sing worden verklaard óp besmet
telijke ziekten, welke niet in de
wet zijn genoemd.
De geneeskundige inspecteur
van de Volksgezondheid te Breda
dringt er op aan voor een half
jaar een verordening in het leven
te roepen, waarbij de aangifte
plicht bedoeld in artikel 2, 2e lid
cq art 37 der Besmettelijke Ziek
tenwet, eveneens van toepassing
wordt verklaard op een geval van
Waterpokken.
Wij stelfen U voor aan dit ver
zoek te voldoen door vaststelling
van onderstaande conceptveror
dening.
VERORDENING betreffende
het doen van aangifte en het
nemen van maatregelen in ge
val van Waterpokken.
Artikel 1
In deze verordening wordt on
der „wet" verstaan de besmette
lijke ziektenwet, Staatsblad 1928
nr. 265.
Artikel 2
1. De aangifteplicht, bedoeld in
4