Si
j7 fj cm tien uur bij 'de Burgemeester
dat er een politierapport was
4p, wo»» SP. binnengekomen dat ik de gehei
men van de woningcommissie had
verklapt en dat ik mijn ontslag
moest nemen of de volgende ver
gadering zou ik volgens het rap
port voorgedragen worden voor
ontslag. Nu, daar ik nogal im
pulsief ben, misschien wel te im
pulsief, heb ik mijn ontslag als
lid der commissie genomen en
gevraagd om inzage van dat rap
port, hetwelk mij werd geweigerd.
Ik heb toen tegen de voorzitter
gezegd dat ik de zaak zou onder
zoeken wat ik dan ook gedaan
heb. Ik heb eerst de leider van
de arbeidersfractie dhr. Delhez
aangesproken, die de woorden van
de Voorzitter bevestigde met te
zeggen dat hij het politierapport
had gezien, waarop ik ook hem
antwoordde dat ik het zou onder
zoeken en daarna op mijn ontspag
zou terugkomen wat ik dan ook
gedaan heb. Daar er in Steenber
gen toen 11 of 13 politie—agenten
waren, gingen daar 3 a 4 maan
den overheen, eer ik hen allemaal
had gesproken.
De eerste was dhr. Leus, met
nog een agent wiens naam ik
niet ken en die ik de vraag stelde,
of er een politierapport binnen
gekomen was ik kreeg ten ant
woord waarom er van mij een
rapport zou zijn, daar ze nog nooit
last van mij hadden gehad.
Zo heb ik alle politieagenten
ondervraagd tot 'ten laatste Opper
Bossewinkel in de Kaaistraaf nabij
de Markt. Ik ontving van apen
hetzelfde antwoord als van dhjrf.
Leus. Dien Zondag waarop ik
dhr. Bossewinkel had .gesproken
was het districtsvergadering van
de R. K. Land arbeidersbond bij
hotel Vissenberg. Na afloop ben
ik met Wethouder Delhez weg
gegaan en heb ik hem in de
Blauwstraat gevraagd „Ko, hebt
U dat politie—rapport gezien
denk erom wat U zegt". Ik kreeg
ten antwoord „gezien, nou ja,
t te komen waar mij. werd gezegd
13