Ged. Staten in de „Salarisveror- deninig 1948" werd opgenomen achten wij onbillijk. Immers de ambtenaar ter secretarie, die als eerste ambtenaar van de burger lijke stand optreedt, draagt dezelf de verantwoordelijkheid als wan neer de secretaris dit doet. Ook voor hem bestaat de kans beboet te worden, wanneer een of andere ongerechtigheid in de registers is geslopen, terwijl bet geven van enige tegemoetkoming is uitgeslo ten. Als gevolg van deze bepaling zal' in de practijk geen enkele amb tenaar ter secretarie bereid zijn de bedoelde functie te aanvaarden, zodat de 'keuze beperkt blijft tot een zeer enge kring t.w. de Bur gemeester, de Wethouders en de Gemeente Secretaris. Voor het ge hele overige personeel gelden wet telijke of vorenbedoelde practi- sche bezwaren. Wij stellen U daarom voor de thans geldende salarisverhoging in die zin te wijzigen, dat voor een ambtenaar ter secretarie, die even tueel tot ambtenaar van de burger lijke stand wordt benoemd slechts 50 o/o van de 'aan 'die functie verbonden wedde wordt gekort. In dien deze wijziging door Gedepu teerde Statiën wordt aanvaard is althans de mogelijkheid geopend om de ontstane vacature aan te vullen uit een ruimere kring dan hierboven is aangegeven. dhr. KOENRAADT. Is die amb tenaar al benoemd voor de aanvul ling van de vacature. VOORZ. Neen. Er zijn echter reeds ambtenaren van de burger lijke stand. Het bepaalde in arti kel 11 der salarisverordiehing be perkt evenwél de keuze en houdt een onbillijkheid in voor de secre tarie-ambtenaren. dhr. SWAGEMAKERS, In het voorstel staat dat de secretarie ambtenaar niet bereid zal' zijn die functie te aanvaarden. De ambte naar vain de burgerlijke 'stand zal toch niet kunnen weigeren. VOORZ. De vergoeding die de 6

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1951 | | pagina 7